‘Je hebt nog drie maanden te leven’. Dat zei de arts nadat bij de moeder van Roos van Egmond kanker was gevonden. Het werd drie jaar. Drie jaar waarin Roos, naast haar baan als verzorgende 3IG bij Park Malderborgh, mantelzorger was voor haar moeder. Een intensieve, maar ook mooie tijd.
“Elke dag kwam ik na mijn werk bij haar thuis. Om samen even te wandelen, thee te drinken en allerlei hand- en spandiensten te doen. Soms ging ik een uurtje langs, maar dat kon ook zo 3 of 5 uur worden. En als ik overdag niet langs kon komen, omdat ik hele dagdiensten had, dan belde ik even met haar. Dat was een heel druk leven. Een soort dubbelleven. Want Ik had ook nog mijn eigen huishouden.”
Alles op alles zetten
Zo ging dat een tijdje door. Totdat de moeder van Roos haar bekken brak en in het Herstelcentrum terecht kwam. Roos vertelt: “Ik dacht toen eigenlijk al: dit is het begin van het einde. Dit gaat helemaal de verkeerde kant op. Nou komt ze niet meer aan het lopen en moet ze op een woon-zorglocatie gaan wonen. Maar de wil van mijn moeder was sterk. Ze moest en zou thuis blijven wonen. Ze revalideerde en kon weer lopen. En voor mij was het niet meer dan normaal, dat ik thuis mee moest helpen. Dat we alles op alles zetten zodat zij thuis kon blijven wonen. Want mijn moeder heeft altijd voor mij en mijn dochter gezorgd. Nu zorgde ik voor haar.”
Laatste vakantie
Geestelijk en lichamelijk ging haar moeder hard achteruit. Toch gingen ze, zoals elk jaar, nog samen een week op vakantie naar Egmond aan zee. “Ze was toen al heel passief”, vertelt Roos. “Ze kon niets meer zelf. Ik moest haar met alles helpen. Dat was heel pittig. Maar ma heeft er zo van genoten! Dan lag ze rustig op de bank naar buiten te kijken. En je kon haar uren op het strand zetten in zo’n leuke strandrolstoel. Dan zat ze lekker te kijken naar de mensen om haar heen.”
Kerstengel
“Op kerstavond 2021 is mijn moeder op 98-jarige leeftijd overleden. Ze was een kerstengel geworden. We kijken er goed op terug. Dat we drie jaar lang deze zorg aan haar hebben kunnen geven. Met hulp van wijkverpleging van ZZG, Saars aan huis en de 100-jarige buurvrouw die regelmatig even langs kwam. Ook mijn collega’s waren altijd bereid te helpen. Dan vingen ze een dienst voor me op of werkten langer door. Zodat ik naar mijn moeder kon. Zelfs een collega die zei: ‘zal ik de zorg voor je moeder even overnemen, dan kun jij op vakantie.’ Ik heb zelf eigenlijk niet het gevoel gehad dat ik er bekaf van was. Want het was voor mij een automatisme geworden. Als je wilt dat iemand thuis kan blijven wonen dan moet je daar als mantelzorger veel voor doen. En dat wist ik vantevoren. Het is vooral belangrijk dat je op tijd aan de bel trekt. Dat je kijkt hoe anderen kunnen helpen. Er zijn heel veel ondersteunende organisaties die jou kunnen aflossen. Die jou dan echt even vrij geven.”
Dankbaar
“De laatste maanden van haar leven heeft mijn moeder vaak gezegd hoe dankbaar ze was. Dat ze thuis kon blijven. Dat ze thuis kon sterven. Samen is ons dat gelukt. En ik deed het ook met plezier. Ik heb mijn moeder nooit gezien als zorgvrager. Nee, mijn moeder is mijn moeder. Die band is altijd zo gebleven.”